Speakers en versterkers geven laten je meestal het geluid aanpassen via een EQ-sectie. Deze bestaat vaak uit drie draaiknoppen, gelabeld High (ook wel Treble), Mid en Low (ook wel Bass). In principe zijn dit volumeknoppen voor specifieke frequenties. Hoe kan je je Equalizer gebruiken om het beste je geluid te perfectioneren?
EQ Boost en Cut
Het nut van een EQ is dat je pieken in het volume van bepaalde frequenties kan afzwakken. Zo trek je ze gelijk met het volumeniveau van de andere frequenties. Vandaar de naam equalizer, letterlijk vertaalt gelijkmaker. Wanneer de hogere frequenties veel luider zijn dan de midden-frequenties, klinkt het geluid wat schel. Door de high-end dan te verzachten, klinkt het geluid meer in balans. Wanneer de lager frequenties relatief zacht zijn, klinkt het geluid wat leeg. Door dan het volume aan de low-end te boosten krijgt je sound meer substantie.
Een EQ kan je ook helpen om je mix van een bandopname te verbeteren. De lage frequenties van een piano kunnen bijvoorbeeld overlappen met een basgitaar. Daardoor kan de mix van beide snel uit balans raken, met teveel accent op de low-end. Door de basfrequenties van de piano dan terug te draaien kan dit voorkomen worden. Dit is het voordeel van mengpanelen. Deze hebben per kanaal een EQ. Daarmee kan je het hele frequentiespectrum van alle instrumenten perfect kan balanceren.
Naast het creëren van balans, kan je ook het geluid uit balans halen om een bepaalde sound te creëren. Door bepaalde frequenties te accentueren krijg je specifieke klanken die beter. Jazzgitaristen gebruiken vaak een warm, zacht geluid. Hiervoor kan het helpen om de bass iets te versterken en de high-end wat terug te draaien. Metal gitaristen houden weer van een vol, scherp geluid. Hiervoor helpt het om de midden-frequenties terug te draaien en de bass en treble te versterken. Zo geeft een EQ ook de mogelijkheid om je eigen klankkleur te vinden.
De verschillende frequentiebanden
De EQ secties op audioapparatuur verschillen in het aantal variabele frequentiebanden. De standaard is een ‘3-bands EQ’. Hiermee heb je controle over drie frequentiebanden: High, Mid en Low. Een ‘2-bands EQ’ heeft allen een High en Low frequentieband. Op basversterkers is het gebruikelijk om met vier frequentiebanden te werken. De midden frequentie wordt dan opgesplitst in een Low-mid en een High-mid.
In plaats van de middenfrequentieband te splitsen, kan deze ook parametrisch gemaakt worden. Dit betekent dat de centrum-frequentie verschoven kan worden. Zo kan je zelf het punt op het frequentiespectrum waar de boost/cut plaats vindt kiezen. Een EQ met meer dan vier frequentiebanden geeft per boost/cut de specifieke centrumfrequentie aan. Deze centrumfrequenties verdubbelen telkens, bijvoorbeeld van 100Hz naar 200Hz naar
Curves en filters:
Een handige manier om de werking van een EQ te visualiseren is als een grafiek. Op de horizontale as lopen de frequenties van laag tot hoog. Wat hierbij opvalt is dat de frequentie schaal niet lineair loopt, maar logaritmisch. De stap van 100 naar 1000 kHz is even groot als de stap van 1.000 kHz naar 10.000 kHz. Op de verticale as loopt de decibel gain. Een verhoging van het volume ligt boven de X-as en een verlaging van het volume onder de X-as. Een perfect gebalanceerd frequentiespectrum loopt dan plat op de horizontale as.
Zodra een bepaalde frequentieband wordt ge-boost of ge-cut, ontstaat er een curve in deze lijn. Er zijn twee gebruikelijke curve-vormen: De shelf-curve en de bell-curve. In geval van een bell-curve ontstaat er een heuvel of kuil rondom de centrum-frequentie. Aan beide kanten van de centrumfrequentie loopt het de volume boost/cut weer terug naar 0. Een belangrijk kenmerk van deze curve is hoe stijl het loopt. Dit wordt aangegeven met de letter Q. Hoe hoger de Q, des te dunner de heuvel of kuil, en dus hoe steiler de curve.
Een schelf-curve houdt in dat de frequenties tot of vanaf de centrumfrequentie mee geboost of gecut worden. Dit is gebruikelijk bij de Low en High frequentiebanden. Wanneer de Low-frequentie geboost wordt, krijgen alle frequenties lager dan de centrumfrequentie ook een volume boost. In geval van een boost/cut op de high-frequentieband, worden alle hogere frequenties ook meegenomen. Een belangrijke versie van zo’n shelf-curve is een filter. Dit is in principe een cut die bepaalde frequenties volledig uit het signaal haalt. Oftewel een shelf-curve waarbij het nieuwe volume-niveau 0 is. Dit wordt wederom gebruikelijk toegepast op de Low- en High-end van het frequentie spectrum. Wanneer alle lage frequenties gefilterd worden, spreken we van een High-pass filter. Wanneer alle hoge frequenties gefilterd worden, spreken we van een Low-pass filter.
Laat een reactie achter (alle velden verplicht)