In deze blog gaan we je leren om akkoorden te spelen op piano, keyboard, orgel en elk ander instrument dat gebruikt maakt van een pianoklavier. Als je weet welke noten de pianotoetsen zijn en hoe een akkoord in elkaar zit zul je elk akkoordsymbool wat je tegenkomt kunnen spelen. In deze blog gaan we alles uitleggen en leer je de basisakkoorden spelen.
Piano leren spelen: De toetsen van de piano
In de westerse muziek maken we gebruik van een twaalftonig stelsel dat bestaat uit zeven stamtonen (de witte toetsen) en vijf verhogingen of verlagingen. (de zwarten toetsten.)
Zoals je op de afbeelding ziet zie je steeds groepjes van twee en drie zwarte toetsen. Alle noten op de piano vind je vanaf de witte toets links van de twee zwarte toetsen tot en met de witte toets die rechts van het groepje van drie zwarte toetsen zit. Daarna (of daarvoor) worden deze noten steeds herhaald. Dat wordt ook wel trap, toontrap of trede genoemd. Dat zijn dan precies dezelfde noten maar een octaaf hoger of lager zoals dat heet.
De witte toets die links van het groepje van de 2 zwarte toetsen zit noemen we de C. De stamtonen kun je dus op de witte toetsen spelen. Als je deze allemaal speelt (van C t/m B) dan heb je de C-majeur toonladder. Het is handig om de witte toetsen zo snel mogelijk uit je hoofd te leren.
Alle zwarte toetsen zijn dus of een verhoging van de witte toets links, of een verlaging van de witte toets rechts. Zoals je ziet zijn er dus twee plekken waar er geen zwarte toets zit. Na de E krijg je meteen de noot F, en na de B krijg je meteen de C.
Zo kan een zwarte toets dus zowel een C# (Cis) of een Db (Des) zijn. De theorie bepaalt welke noot het is, ze klinken echter precies hetzelfde.
Bij een kruis (verhoging) komt er dus “Is” achter de noot te staan, en bij een mol (verlaging) “Es” of “S”.
Afstanden tussen pianonoten
Tussen elke twee toetsen (zwart of wit) zit de zelfde afstand. We noemen dat een halve afstand. Bij twee halve afstanden spreken we dus over een hele afstand. Als je alle witte toetsen op de piano speelt krijg je de C majeurladder of C ionische ladder. De afstanden tussen die noten zijn dus niet allemaal hetzelfde. Er ontstaat het volgende patroon:
1 - 1 - 1/2 - 1 - 1 - 1 - 1/2
De C-toonladder
Deze volgorde is bepalend voor de klank van een majeurtoonladder. Deze moeten dus voor elke toonsoort hetzelfde zijn en zodoende moet je bij andere toonsoorten ook werken met één of meerdere zwarte toetsen. Kijk bijvoorbeeld eens naar de toonladder van D. Als je op de witte toetsen gewoon van D naar D speelt krijg je: D - E - F - G - A - B - C. Je krijgt dan dit patroon in toonsafstanden:
1 - 1/2 - 1 - 1- 1 - 1/2 - 1
Dit is dus geen juiste majeurladder. Er moeten dus zwarte toetsen worden gespeeld. De eerste afstand van D naar E is nog goed. Maar van E naar F is maar een halve afstand. De F moet dus een F# worden. Van F# naar G is dan ook een halve afstand geworden dus dat is goed. Van G naar A is een hele afstand dus prima. Van A naar B ook. Van B naar C is een halve maar moet een hele afstand zijn. De C wordt dus een C#. Van C# naar D is een halve dus dan is het weer een perfecte majeurladder. De toonladder van D is dus:
D - E - F# - G - A - B C#
De D-toonladder
Piano-akkoorden leren
Een akkoord ontstaan doordat er drie of meer tonen tegelijk klinken. Dat noem je harmoniseren. Als er maar twee noten tegelijk klinken heet dat een ‘interval’ of het kan ook een powerchord zijn maar dat is eigenlijk geen echt akkoord.
De basis van verder elk akkoord bestaat dus uit drie tonen: de grondtoon, tonica of prime, de terts en de kwint. Dit zijn de eerste, de derde en de vijfde noot van een toonladder. Je slaat dus eigenlijk steeds één noot van de toonladder over, je noemt dit ook wel ‘tertssprongen’ Als we dus de toonladder van C nemen krijg je de noten C - E - G. Als je die noten tegelijk speelt krijg je het C akkoord. Je kan ook meerdere C-, E- of G noten spelen maar het blijft dan nog steeds hetzelfde akkoord.
Een C akkoord
Veelgebruikte mineurakkoorden voor de piano
We hadden het net over het C akkoord. We bedoelen dan het C majeurakkoord. Je schrijft dit er alleen niet bij. De letter C is voldoende. Bij de mineurakkoorden schrijf je er wel bij dat het om een mineurakkoord gaat. Je schrijft er dan m of min achter. In het geval van C-mineur dus Cm of Cmin.
Maar wat is nu het verschil tussen tussen mineur- en majeurakkoorden? Dat verschil wordt gemaakt door een bepalende afstand. De afstand tussen de grondtoon en de terts. Bij majeur spreken we over een grote terts. Bij mineur over een kleine terts. De afstand van de grondtoon tot een grote terts is 2 hele afstanden. Op de piano dus vier toetsen verder. Bij mineur is de afstand van de grondtoon tot de kleine terts anderhalve afstand. Op de piano ga je dus drie toetsen verder. De afstand van de grondtoon tot de (reine) kwint is in beide gevallen hetzelfde: 3,5 afstand.
Een Cm akkoord
Een Cm akkoord bestaat dus niet uit de noten C - E - G maar uit de noten C - Eb - G. Een mineurakkoord ontstaat vanzelf als je de grondtoon terts en de kwint uit de mineurladder neemt. De mineurladder heeft namelijk de afstanden:
1 - 1/2 - 1 - 1 - 1/2 - 1 - 1
Zodoende bestaat de C mineurladder uit de volgende noten:
C - D - Eb - F - G - Ab - Bb
Je ziet dat als je nu het akkoord maakt door de grondtoon, terts en kwint te pakken je C - Eb - G krijgt, de noten van het Cm akkoord.
Als er meer noten in het akkoord zitten zijn dit toevoegingen, maar daarover later meer. Nu eerst maar eens een akkoord spelen!
Speel maar eens tegelijkertijd een willekeurige C, E en G op de piano. Het mag in elke volgorde en het mogen ook meer noten dan drie zijn, zolang je maar alleen C-, E- en G-noten speelt. Voila je hebt je eerst akkoord op de piano te pakken. Het is handig om een goede vingerzetting aan te leren dus daar gaan we nu eens naar kijken.
Piano leren spelen: vingerzetting
Om goed piano te leren spelen is een juiste vingerzetting belangrijk. Let ook op de houding van je hand zelf, zorg dat je vingers gebogen zijn en je de vingertoppen op de toetsen plaatst. We gaan weer een C, E, en G spelen voor een C-akkoord maar we zorgen ervoor dat de noten dicht bij elkaar liggen zodat je ze makkelijk met één hand kunt spelen. Ook voor de klank is het vaak het mooist om noten te zoeken die dicht bij elkaar liggen.
Je kunt nu dus een C toets indrukken, dan pak je rechts daarvan de dichtstbijzijnde E, en rechts daarvan de dichtstbijzijnde G. Begin nu eens bij de E en pak ook weer de dichtstbijzijnde G en C aan de rechterkant. Als laatste probeer je nog een keer hetzelfde maar begint nu bij de noot G.
Dit zijn de drie meest gebruikelijke inversies, dat zijn manieren om het C akkoord te pakken. Je speelt de akkoorden meestal met je rechterhand bij de hogere noten van de piano. In het lage gebied kun je ook akkoorden spelen met de linkerhand, maar als je ze te laag pakt gaan de akkoorden meestal wat rommelig/minder definieerbaar klinken.
De vingerzetting die je aanhoudt is voor C - E - G de duim, middelvinger en de pink.
Voor de E - G - C volgorde gebruik je de duim, wijsvinger en pink.
Voor G - C - E gebruik je de duim, middelvinger en pink.
C-akkoord in grondligging
C-akkoord in eerste omkering of 'sext-ligging'.
C-akkoord in tweede omkering of 'kwart-sext-ligging'
Hieronder een overzicht van de majeur- en mineurakkoorden in grondligging en de bijbehorende vingerzettingen. De vingers van je rechterhand krijgen een cijfer: duim=1 wijsvinger=2 middelvinger=3 ringvinger=4 pink=5
Probeer van deze grondliggingen ook eerste- en tweede omkeringen te maken.
De basnoten van de piano
De akkoorden speel je doorgaans met je rechterhand. Om het akkoord nog wat extra body mee te geven kun je met je linkerhand nog een basnoot spelen. Normaal gesproken speel je als basnoot de grondtoon van het akkoord. Bij een C akkoord dus een lage C.
Het kan ook zijn dat er gevraagd wordt om één van de andere noten als basnoot te spelen. Dit noem je omkeringen. Akkoorden met een omkering worden als volgt genoteerd: C/E Het gaat dan om een C-akkoord met een E in de bas. Het symbool voor de slash geeft dus altijd het akkoord aan en het symbool na de slash de basnoot.
Omkeringen geven een andere klankkleur dan een akkoord in grondligging. Ze klinken iets minder ‘logisch’. Deze akkoorden worden vaak gevraagd omdat de bastonen elkaar dan mooi opvolgen. Stel dat bijvoorbeeld van een G- naar een D- naar een Em akkoord gaat in een muziekstuk. De bas gaat dan ook van G naar D naar E. De sprong van een G naar een D is best een flinke sprong. Er kan dan ook gekozen worden om de terts van het D-akkoord te spelen. De terts van en D akkoord is een F#. De bas kan dan dus mooi aflopen van een G naar een F# naar een E.
Even tussendoor: De top of the range Yamaha Genos is vernieuwd! Zojuist is de Yamaha Genos 2 beschikbaar gekomen. Zo veel voices, stylen, rithmes. Die moet je gezien hebben. Kom 'm bekijken in onze piano showroom! |
Piano-akkoorden overpakken
Als je van het ene naar het andere akkoord overpakt is het zowel fysiek als voor de klank het mooiste als je de akkoorden zo dicht mogelijk bij elkaar zoekt. Soms kunnen noten ook blijven staan omdat ze in beide akkoorden voorkomen.
Stel we beginnen met een C-akkoord in de ligging C - E - G en je wilt daarna naar het G akkoord. Dan probeer je met de kleinste beweging naar de noten van het G akkoord te gaan. De noten G, B en D.
De noot G heb je al ingedrukt voor het C akkoord dus die hoef je helemaal niet te verplaatsen. Voor de andere twee toetsen hoef je maar een klein stukje naar links te bewegen. Je duim die nu de noot C speelt gaat één toets naar links voor de noot B.
De middelvinger die de noot E speelt vervang je door de wijsvinger die de toets links van de E pakt: de D. Zo ben je met een kleine beweging van een C naar een G akkoord gegaan en heb je ook de juiste vingerzetting te pakken!
Op deze manier probeer je altijd akkoorden te zoeken die dicht bij elkaar liggen en makkelijk overpakken.
Verminderde en overmatige piano-akkoorden
Tot nu toe hebben we het over majeur- en mineurakkoorden gehad. Deze hebben een grote- of kleine terts maar altijd een reine kwint. Nu kan het ook voorkomen dat je een mineurakkoord moet spelen met een verminderde kwint: dim Of een majeurakkoord met een overmatige kwint + of +5 Je speelt in deze gevallen de kwint dus een halve toon hoger of lager.
Dus bijvoorbeeld een C+5 wordt dan C - E - G# (i.p.v. C - E - G)
En een Adim akkoord wordt dan: A - C - Eb ( i.p.v. A - C - E)
C overmatig (C+)
A verminderd (Adim)
Suspended (sus) akkoorden
Ook SUS akkoorden komen regelmatig voor. Je hebt twee varianten: sus2 en sus4. Bij sus-akkoorden wordt de terts van het akkoord vervangen door een secunde (tweede noot van de toonladder) of de kwart. (Vierde noot van de toonladder.)
Neem bijvoorbeeld een D akkoord. Die bestaat normaal uit de noten D - F# - A
Bij een Dsus2 worden dat de noten: D - E - A
Bij een Dsus4 worden dat de noten : D - G - A
Dsus2 akkoord, de terts is vervangen door een secunde
Dsus4 akkoord, de terts is vervangen door een kwart
Toevoegingen, vierklank piano-akkoorden
Naast de tot nu toe beschreven drieklanken zijn er ook vier- of meerklanken. Vierklanken komen ook veel voor in de popmuziek. Meer toevoeging worden vooral in jazzmuziek gebruikt. Hieronder een schema met de meestgebruikte vierklanken:
Naam |
Opbouw |
Symbool |
Majeur septime |
Grondtoon - grote terts - kwint - groot septime |
Maj7, M7 of △ |
Mineur septime |
Grondtoon - kleine terts - kwint - klein septime |
Min7 |
Dominant septime |
Grondtoon - grote terts - kwint - klein septime |
7 |
Halfverminder septime |
Grondtoon - kleine terts verminderde kwint - klein septime |
7 b5 of ∅ |
Verminderd septime |
Grondtoon - kleine terts verminderde kwint - verminderd septime |
Dim of 7O of O |
sext |
Grondtoon - grote terts - kwint - grote sext |
6 |
mineur sext |
Grondtoon - kleine terts kwint - grote sext |
min6 |
add2 of add9 |
Grondtoon - grote terts - kwint - secunde/none |
add2 of add4 |
Akkoordenschema’s en bladmuziek
Een akkoordschema is een schema met de akkoorden van een bepaalde song. Je kan het tegenkomen als ‘chord chart’ of ‘lead sheet’. Bij de laatste is ook de melodie uitgeschreven in notenschrift en staan de akkoorden erboven. Bij een simpel akkoordenschema zie je meestal gewoon het aantal maten met daarin aangegeven welke akkoorden je moet spelen plus de maatsoort. Bijvoorbeeld 4/4 of 3/4, vier of drie tellen in de maat.
Probeer de volgende akkoordschema’s maar eens te spelen en proberen daarbij weer de meest logische vingerzetting te vinden!
Piano leren spelen is voor iedereen
Zo nu ben je goed op weg met pianoakkoorden spelen. Je weet wat akkoorden zijn, hoe je ze maakt en hoe je ze met de juiste vingerzetting speelt. Het is nu een kwestie van oefenen oefenen en nog eens oefenen. Of je dat nu op een piano, keyboard, synthesizer en ander pianoklavier instrument gaat uitvoeren. De akkoorden leren en toetsen bespelen is gelijk. Oefen net zo lang tot het een automatisme wordt. Dan gaat er een wereld aan mogelijkheden voor je open en heb je er een fantastische muzikale hobby bij.
Als je nog vragen hebt kun je deze altijd stellen aan een van onze medewerkers in de muziekwinkel of stel ze hieronder in de comments. Tips en suggesties zijn altijd welkom.
Laat een reactie achter (alle velden verplicht)