Er zijn ontzettend veel soorten en merken effectpedalen voor de elektrische gitaar. Om een overzicht te krijgen is handig om ze te verdelen in een paar hoofdcategorieën. Grofweg zijn gitaareffecten namelijk onder te verdelen in vier categorieën:
Voor de meeste gitaristen is een booster of overdrive-pedaal iets onmisbaars. Een booster effectpedaal geeft je geluid wat extra dB’s en gain (oversturing) zodat je met solo’s wat beter hoorbaar bent. Ook kan zo’n booster de natuurlijke gain van je gitaarversterker wat extra aanjagen. Dit laatste kan een overdrivepedaal nog beter.
Sommige gitaarversterkers hebben een extra overdrive-kanaal zodat je hiervoor niet per se een los geluidseffect nodig hebt. Omdat je graag wat extra dB’s wilt bij solo’s en daarbij niet van kanaal te hoeven wisselen is een aparte booster of overdrive toch wel heel handig. Naast een overdrive effectpedaal zijn er nog twee effecten die je geluid extra kunnen laten scheuren: distortion en fuzz. Hieronder zie je de specifieke eigenschappen van alledrie de vervormingspedalen:
Overdrive: Een natuurlijke overdrive ontstaat door je buizenversterker heel hard te zetten. Hierdoor wordt er het uiterste gevraagd van de buizen en vervormt het geluid. Een natuurlijke overdrive kan prachtig klinken. Vaak wordt er gezocht naar de zogenaamde 'sweet-spot', het volume waar eigenlijk net de vervorming ontstaat waardoor je ook dynamische goed kan variëren.
Door harder aan te slaan heb je dan namelijk veel meer vervorming dan wanneer je rustig speelt. Een nadeel van de natuurlijke overdrive van je buizenversterker is dat je op een ontzettend hoog volume moet spelen. Dit is in bijna alle situaties veel te hard. En als je geen buizen- maar een transistorversterker hebt is het ook minder eenvoudig om de natuurlijke overdrive te krijgen.
Gelukkig zijn er dus overdrive-effectpedalen die dit effect na kunnen bootsen of die de de natuurlijke overdrive bij een lager volume uit je versterker krijgen door het gitaarsignaal te versterken.
Distortion: Distortion effectpedalen overdrijven het geluid van een overdrive door bijvoorbeeld de golflengte te veranderen. Hierdoor ontstaan overdrive geluiden die je zelf met je buizenversterker op het allerhoogste volume niet kunt bereiken.
Fuzz: Dit effect ontstond eigenlijk bij toeval doordat er opnames werden gemaakt met kapotte gitaarversterkers. Door kapotte voorversterkers of gescheurde speakerdoeken ontstond er een nieuw soort ‘scheur-geluid’ die nu nagebootst wordt door allerlei soorten fuzz effectpedalen. Met een fuzz effect krijg je een soort ‘zoemende’ overdrive met allerlei complexe boventonen.
Een grootser geluid creëer je met galm (reverb) of echo (delay). Dit waren een van eerste effecten die gitaristen probeerden te creëren. Er werd gezocht naar en manier om het heerlijke geluid die een gitaarversterker creëerde in en lege zaal tijdens de sound-checks voor optredens na te bootsen.
Delay: Een delay pedaal kan het signaal herhalen zodat er een echo ontstaat. Dit kan zeer snel zodat er een slapback effect ontstaat wat veel in de rock&roll werd gebruikt, of met een hele lange vertraging zodat je zelfs een nieuwe melodie over die oude heen kunt spelen. Ook kun je op de meeste delay effectpedalen instellen hoe vaak het signaal wordt herhaalt, van één tot tientallen herhalingen.
Reverb: Een reverb effect is een effect wat vaak zit ingebouwd in je gitaarversterker maar die ook in allerlei variaties verkrijgbaar is in losse stompboxes. De reverb kopieert en herhaalt eigenlijk ook het originele signaal. Je hoort alleen geen herhalingen maar het lijkt meer alsof het geluid snel tegen verschillende wanden kaats waardoor er een galm ontstaat.
Deze effecten werken door de toonhoogte of frequentie van een signaal te verstoren en zodoende allerlei soorten effecten te creëren. Van klassieke vibraties tot aan bizarre ‘space-sounds’. De meeste bekende modulatie effecten zijn:
Phaser: Het phaser effectpedaal splitst het elektrische signaal in tweeën en creëert zo twee signalen op verschillende golflengtes. Zodoende ontstaat er een soort ‘spacy’ geluid.
Flanger: Het flanger gitaareffect lijkt op een phaser maar er wordt een soort vertraging aan het originele signaal toegevoegd. Er ontstaat zo een meer ‘vegend’ effect.
Chorus: Ook het chorus-effect splits het signaal en geeft het gekopieerde effect een iets andere toonhoogte mee. Zodoende ontstaat er samen met het originele signaal een ruimtelijk effect alsof je meerdere gitaren tegelijk hoort.
Tremolo: Een tremolo speelt met het volume van het gitaarsignaal waardoor er een vibrerend effect ontstaat. Veel versterkers uit de jaren 60/70 van de vorige eeuw hadden dit effect al ingebouwd zodat je geen apart effectpedaal nodig hebt.
Vibrato: Dit effect klinkt nagenoeg hetzelfde als de tremolo maar werkt anders. Niet in het volume maar in de toonhoogte wordt licht gevarieerd wat ook in een vibrerend effect resulteert.
Rotory: In de jaren ’40 van de vorige eeuw werd door Leslie een roterende speaker uitgevonden. Deze geeft een soort vibrerend 'uit fase' effect die veel werd gebruikt voor Hammond orgel en later ook voor gitaar. Rotory effectpedalen proberen dit geluid te imiteren.
Octaver: Een octaver kopieert het geluid en reproduceert dit één of meerdere octaven hoger of lager dan het originele signaal. Je kan dit gitaareffect meestal ook in combinatie met het originele geluid gebruiken.
Pitch Shifter: Deze werkt een klein beetje als en octaver, alleen kun je hiermee de toon niet alleen een octaaf hoger of lager maken maar er ook allerlei andere tonen van maken. Zodoende kun je verschillende intervallen spelen of simpelweg de basistoon veranderen in een andere noot. De Digitech Whammy is het bekendste pitch-shifter effectpedaal.
Wah-wah: Het bekendste filterpedaal is de wah-wah. Een wah-wah effectpedaal haalt bepaalde frequenties uit het signaal waardoor dus bijvoorbeeld de hoge frequenties verdwijnen. Het leuke aan het effect is dat je door het voetpedaal te bewegen het frequentie-signaal verandert, waardoor er een soort ‘huilend’ effect ontstaat. Het auto-wah effectpedaal werkt eigenlijk hetzelfde alleen hier verandert het signaal automatisch i.p.v. hand(voet)matig.
Equalizer: Met een equalizer-pedaal kun je heel precies bepaalde frequenties veranderen. Hiermee kun je bijvoorbeeld een ongewenste werking van een bepaalde ruimte op het geluid compenseren.
Je kunt je eigen pedalboard maken met allerlei verschillende losse gitaareffecten die je bijvoorbeeld met behulp van klittenband plaatst, of kiezen voor een multi-effect waarbij je allerlei effecten in een ‘apparaat’ koopt. Om de juiste keuze te maken noemen we wat voor- en nadelen van beide opties:
Voordelen:
1. Je hebt in één keer de beschikking over veel verschillende gitaareffecten.
2. Je bent meestal een stuk goedkoper uit met een multi-effect.
3. Je kunt vaak pre-sets maken van combinaties van verschillende gitaareffecten en deze met één druk op de knop tevoorschijn toveren. Doordat er soms al simulaties van versterkers in zitten heb je soms niet eens een versterker meer nodig en kun je zelf direct inpluggen in en PA.
Nadelen:
1. Je kunt niet makkelijk een gitaareffect vervangen, dus bijvoorbeeld je delay even vervangen voor een nog mooiere die je hebt ontdekt.
2. Je kunt de plaats van de effecten in de keten meestal niet kiezen en dit kan wel een grote invloed hebben op je sound.
3. Je kunt meestal niet de instellingen van de onafhankelijke gitaareffecten instellen.
Voordelen:
1. Je kunt elk gitaareffect los kiezen en ook makkelijk effectpedalen vervangen.
2. Je kunt de volgorde van de gitaareffecten in de keten zelf bepalen. Dit kan een grote invloed hebben op je sound!
3. Instellingen zijn per gitaareffect in te stellen.
Nadelen:
1. Je bent uiteindelijk meestal een stuk meer geld kwijt dan aan een multi-effect.
2. Je kunt veel tijd kwijt zijn aan het in elkaar zetten van je pedal-board en het zoeken naar de (voor jou) geschikte volgorde in de keten.
3. Je kunt geen pre-sets van meerdere effecten maken en die in één keer tevoorschijn halen.
Welke gitaareffecten je uiteindelijk nodig hebt is natuurlijk voor iedereen verschillend, maar voor een goede basis is het wel handig om in ieder geval een paar basis effectpedalen aan te schaffen of voor een multi-effect te gaan waar die basis-effecten inzitten. Als je geen reverb op je versterker hebt zitten is het echt een aanrader om er één aan te schaffen. Je geluid wordt er meteen een stuk rijker van, en ook is het makkelijker spelen dan met een heel ‘droog’ geluid.
Ook een overdrive/booster effectpedaal is voor de meeste gitaristen eigenlijk onmisbaar. Je versterker kan beschikken over een overdrive kanaal maar de meeste spelers kiezen uiteindelijk toch voor een los gitaareffect. Hiermee is het makkelijker switchen tussen clean en overdrive, en je kunt hem ook gebruiken bij versterkers zonder overdrive-kanaal. De volgende stap is meestal een delaypedaal. Met een delay-pedaal kun je nog een veel rijker, warmer en ruimtelijker effect creëren en je kunt ook enorm variëren met de instellingen.
Met deze basiseffecten kun je prachtige sounds creëren en daarna is het eigenlijk zoeken naar wat je wilt. Sommige gitaareffecten schaf je aan voor één specifiek geluid van één nummer die je met je band speelt, andere effecten zoals een wah-wah komen met regelmaat in veel verschillende stijlen voor en zijn dus best wel handig om aan te schaffen. In onze blogpost Wat is de beste volgorde voor effectpedalen kan je lezen wat wij adviseren voor de beste volgorde van al deze soort effecten. Uiteraard zijn al onze effectpedalen uit te proberen in onze muziekwinkel in Noordwijk dus kom snel langs of kijk vast online naar het assortiment!
Wist je dat wij ook altijd een grote collectie aan tweedehands gitaareffecten in huis hebben? Je vindt ze op onze speciale tweedehands muziekinstrumentenpagina voor gitaar!