🎵Wij kopen jouw tweedehands instrument... Meer informatie

Bestel gemakkelijk de mooiste ukulele's

Shop voor de populairste western gitaren

Ga direct naar gitaarsnaren en bestel snel online

z

Gratis verzending vanaf € 49,95

Nieuw: de Roland LX digitale piano's

Bezoek onze Piano & Vleugel showroom in Noordwijk

Bestel alle keyboards direct online

z

Gratis verzending vanaf € 49,95

Kies uit verschillende handgemaakte violen

Hars voor strijkinstrumenten. Bestel eenvoudig online

Oefen in stilte. Bekijk elektrische strijkinstrumenten

z

Gratis verzending vanaf € 49,95

z

Gratis verzending vanaf € 49,95

Wij kopen jouw gebruikte instrument

Bekijk alle tweedehands gitaren

Bekijk alle tweedehands instrumenten

Gitaarakkoorden leren spelen

  • 13 min leestijd

Je wilt gitaar leren spelen maar waar begin je? Omdat een gitaar van oorsprong een begeleidingsinstrument is, kan het een goed idee zijn om te beginnen met gitaarakkoorden. Zo kun je bijvoorbeeld de zangmelodie begeleiden en dat is vaak leuker dan alleen een melodietje spelen. Door verschillende ‘grepen’ te leren kun je al snel veel verschillende (pop)nummers spelen en wij gaan je daarbij helpen met deze blog!

 

Wat zijn akkoorden eigenlijk?

Akkoorden krijg je door drie of meer noten tegelijk te spelen. Zo krijg je een harmonie van verschillende noten en dat heet een akkoord. Op een gitaar kun je akkoorden maken doormiddel van ‘open’ snaren te spelen of door snaren in te drukken met je vingers achter de fretjes, de ijzertjes op de toets van de gitaar.

Door de juiste noten bij elkaar te spelen ontstaan er dus bepaalde akkoorden. Je leert dus bepaalde grepen uit je hoofd waardoor je in één keer het juiste akkoord te pakken hebt. 

We gaan hieronder veel uitleggen over wat akkoorden precies zijn maar als je meteen aan de slag wilt lees dan verder bij het kopje: open akkoorden

gitaarakkoord

Grondtoon, terts en kwint. 

In de westerse muziek maken we gebruik van diatonische toonladders. Dat zijn toonladders van zeven noten: grondtoon, secunde, terts, kwart, kwint, sext en septime.

Na het septime komt het octaaf, de achtste noot, maar dat is eigenlijk weer dezelfde noot als de eerste en zo begint de reeks weer opnieuw. 

Als je nu een akkoord wilt maken ga je als volgt te werk: Je wilt bijvoorbeeld het akkoord C maken. Je neemt dan de eerste noot (grondtoon) uit de toonladder van C, de tweede (secunde) sla je over maar de derde (terts) noot pak je ook. Dan sla je de vierde noot (kwart) over en pak je de vijfde noot: de kwint. 

De toonladder van C bestaat uit de noten C - D- E - F - G - A - B 

Als je de grondtoon, terts en kwint speelt heb je dus: C-E-G. Dat zijn de noten van het C-akkoord. Er kunnen ook nog meer noten bij gespeeld worden maar dat worden dan toevoegingen zoals bijvoorbeeld een Cmaj7. (C-E-G-B)

Het C akkoord is een C majeur akkoord maar dat hoef je er niet bij te zeggen. Je schrijft het er sowieso niet bij omdat er dan verwarring kan ontstaan. Omdat mineur met dezelfde letter begint is het handiger om het weg te laten bij majeur. Je schrijf dus C (C-majeur) en Cm (C-mineur).

C akkoord diagram voor gitaar

Omdat je niet elke keer wilt nadenken welke noten je allemaal moet pakken leer je één of meerdere vaste grepen aan voor een bepaald akkoord. Zodoende pak je met je C greep automatisch de juiste noten (C-E-G) voor dat akkoord. 

 

 

Majeur- en mineurakkoorden

De akkoorden kun je grofweg verdelen in majeur- en mineurakkoorden. Simpel gezegd gaat het om een vrolijke (majeur) en een droevige (mineur) variant van een akkoord. We gaan in het kort proberen uit te leggen wat het verschil daartussen nu eigenlijk is. Het verschil zit hem in de afstanden tussen de noten. Een akkoord bestaat normaal gesproken uit drie noten: de grondtoon, de terts en de kwint.

Om uit te leggen wat nu precies het verschil is tussen majeur en mineur is het ook handig om de aftanden tussen de noten te weten. Op een gitaar kun je de afstanden tussen de noten minder makkelijk zien dan op de piano. Door de afstand tussen verschillende noten op één gitaarsnaar te checken is het beter te zien. 

De afstanden benoemen we met hele en halve noten. Een afstand van een halve noot is op de gitaar één fretje verder. Een hele afstand is twee fretten verder. 

Het gaat bij mineur en majeur om de afstand van de grondtoon tot aan de terts. Als dit twee hele afstanden zijn spreekt men over majeur, bij anderhalve afstand noem je het mineur.

Nogmaals, op een gitaar is het moeilijk te zien omdat je niet twee noten op één snaar tegelijk kunt spelen. Zodoende zie je ook niet zo goed de afstanden tussen de noten. Maar als we het C akkoord nemen uit ons voorbeeld en de noten zijn dus C-E-G dan betekent dat dat de noten van het Cm akkoord C-Eb-G zijn. De noot Eb is een halve toon lager dan de E. Op de piano kun je dat goed zien. De Eb is de zwarte toets die links van de witte E toets zit.

C en Cm op pianotoetsen

Belangrijker dan het snappen van al deze theorie is het verschil leren horen tussen mineur en majeur. Leer de ‘vrolijke’ en ‘droevige’ klank te herkennen!

 

Notatie van akkoorden

Akkoorden worden meestal alleen maar genoteerd met een akkoordsymbool. Dus bijvoorbeeld een A of een Am. Je schrijft de noot met een hoofdletter en de m van mineur met een kleine letter. Verder kun je allerlei toevoegingen tegenkomen als kruizen, mollen, sus, add, en allerlei cijfers. 

Verder worden akkoorden uitgeschreven in akkoorddiagrammen. Dit is makkelijk bij het leren van akkoorden zodat je duidelijk kunt zien waar je je vingers moet neerzetten. Bij een akkoordsymbool wordt eigenlijk een klein stukje gitaarhals getekend met daarop stippen op de plek waar je je vingers neer moet zetten. De linkersnaar die getekend is is de dikste snaar van de gitaar (de dikke E-snaar). Helemaal aan de rechterkan vind je de dunne E-snaar. 

De snaren die je soms niet mag spelen worden aangegeven met kruisjes aan de bovenkant boven de desbetreffende snaren. Boven de snaren die je wel speelt maar niet indrukt staat meestal een rondje genoteerd.

Welke vingers je gebruikt voor welke snaren staat niet altijd aangegeven. Dit is wel handig natuurlijk als je het nog moet leren dus daar zijn ook akkoordsymbolen voor waarbij staat aangeven welke vinger je voort welke noot gebruikt.

vingeraanduiding gitaar

 

Open akkoorden

Een bepaald akkoord kun je op allerlei verschillende manieren spelen, zolang je maar de juiste noten speelt. Als je begint kun je het beste beginnen met de meest simpele variant. De akkoorden in de eerste positie van de gitaar, de eerste drie fretten, maken meestal gebruik van snaren die je indrukt en snaren die je niet in hoeft te drukken. Die laatste noemen we de open snaren. Deze akkoorden noemen we dan ook de ‘open akkoorden’.

Het makkelijke aan de open akkoorden is dat je doordat je de open snaren gebruikt ook vaak minder snaren hoeft in te drukken. Als je hoger op de hals akkoorden pakt moet je ook vaak gebruik maken van een barré. Een barré is een platte vinger maar je meerdere snaren tegelijk mee indrukt. 

Van  de meeste akkoorden is er wel een ‘open’ variant maar er zijn helaas ook uitzonderingen. Het F-akkoord bijvoorbeeld is niet te pakken met open snaren. Het F akkoord wordt vaak ook ervaren als een lastig akkoord als je begint met gitaarspelen. De meest gebruikelijke versie is namelijk het F-akkoord met een barré op de eerste fret. Je legt dus je wijsvinger plat in het eerste vakje van de gitaar en deze vinger moet zodoende de dikke E-, de B- en de dunne E-snaar indrukken. Er is wel een variant die je kunt pakken zonder barré, dit is dus eigenlijk geen open akkoord maar wel een akkoord in de eerste positie. Hij staat hieronder tussen de andere open akkoorden.

open gitaarakkoorden

 

Akkoorden (over)pakken

 Als je een akkoord pakt let dan goed op de juiste vingerzetting zodat je die ook meteen goed aanleert. Zorg er ook voor dat je de snaren met je vingertopjes indrukt. Het is dus belangrijk om je uiterste vingerkootjes zo recht mogelijk op de snaren te zetten.

Wat ook erg belangrijk is: knip je nagels kort! Omdat je vingers recht op de snaren staan zullen lange nagels in de weg zitten en ervoor zorgen dat je de snaren niet of niet goed in kunt drukken. Je zult de akkoorden nu vaak moeten pakken om ervoor te zorgen dat de greep ‘in je vingers’ gaat zitten. Je doel is om het akkoord in één keer met alle vingers tegelijkertijd te pakken.

Je zal merken dat dat best nog lastig is als je van het ene naar het andere akkoord overpakt. Als het nog niet lukt om alle vingers tegelijkertijd neer te zetten probeer dan als eerste de vingers neer te zetten op de snaren die je ook als eerste aanslaat. Bij een neerslag op de gitaar dus van boven naar beneden. 

Wat verder heel belangrijk is bij het overpakken van akkoorden is dat je vingers soms kunt laten staan omdat de noot van het ene akkoord ook in het volgende akkoord zit. Doe dit dan ook te allen tijde!

Gitaarhals met capo

Akkoordschema's

Om het overpakken te oefenen ga je akkoordschema’s spelen in verschillende ritmes. Akkoordschema’s bestaan uit verschillende stukjes die allemaal even lang duren. Deze stukjes noemen we maten. Hoe lang één zo’n maat duurt ligt aan de maatsoort. De maatsoort staat aangegeven in de eerste maat. Meestal is dit een vierkwarts- (4/4) of soms een driekwartsmaat. (3/4)

Bij een vierkwartsmaat duurt elke tel vier tellen. BIj een driekwartsmaat duurt elke tel drie tellen. Hoe je die vier of drie tellen invult wordt aangegeven bij het ritme met ritmische noten. Om het ritme te kunnen lezen leggen we even uit wat de waardes van die noten zijn:

 

Hieronder vier akkoordschema’s die je kunt gaan oefenen. Je mag beginnen met één keer aanslaan per maat, op de eerste tel. Je laat het akkoord dus steeds tot en met de vierde tel, of derde tel bij een driekwartsmaat, uitklinken. Daarna kun je eens proberen om op elke tel aan te slaan. Bij een vierkwarts dus vier keer per maat en bij een driekwarts drie keer per maat.

4 oefen akkoordschema's

 

Probeer steeds op de eerste tel van de maat waar het akkoord verandert je vingers klaar te hebben staat. Natuurlijk vergt dat best wat oefening. Je kunt wel een beetje smokkelen met de laatste achtste noot (vaak de laatste opslag) van de maat voordat je naar het volgende akkoord gaat. Hier kun je vast gaan overpakken en is het in deze fase niet heel erg om even de open snaren aan te slaan. Dat klinkt in ieder geval veel beter dan te laat zijn met het nieuwe akkoord. 

Om strak in de maat te leren spelen is het verstandig om te oefenen met een metronoom.

metronoom

Dit is een apparaatje die de maat aangeeft doormiddel van een geluidje. Ze zijn er analoog maar tegenwoordig meestal digitaal. Er zijn ook metronoom-apps voor je smartphone te downloaden en als je metronoom op Google intikt vind je ook genoeg online metronoom waaronder, uiteraard helemaal bovenaan, die van Google zelf. 

 

Septime-akkoorden

Als je naast de grondtoon, terts en kwint ook nog de zevende noot van de toonladder toevoegt door weer een tertssprong te maken ontstaat er een septime-akkoord. Als je deze noten uit een majeurladder pakt ontstaat er een maj7 (majeur 7) akkoord. In dit geval staat majeur 7 voor groot septime en slaat dus eigenlijk niet op het akkoord zelf wat ook majeur is. 

Door hetzelfde te doen met der noten van een mineurladder ontstaat er een m7 akkoord. (mineur 7). Als je de grondtoon terts en kwint van de majeurladder pakt en daarbij het septime van de mineurladder (een klein septime) dan ontstaat er een dominant septime akkoord. Deze noteer je gewoon als 7. 

 

Cmaj7  = C akkoord met een groot septime.

Cmin7  = Cm akkoord met een klein septime.

C7        = C akkoord met een klein septime.

 

Dominant septime akkoorden worden meestal ingezet om ‘op te lossen’ naar een ander akkoord. Er word zogezegd een bepaalde spanning opgebouwd die wordt ingelost door het volgende akkoord. Zo lost bijvoorbeeld een G akkoord al erg mooi op naar een C akkoord maar een G7 doet dat nog mooier. Probeer het maar eens!

Akkoordsymbolen septimeakkoorden voor gitaar 

Dominantenblues

Bij een bluesschema gebruiken ze het dominant septime akkoord meestal bij elke maat. (Een dominantenblues.) Hieronder zie je zo’n twaalfmaten bluesschema om zelf te proberen:

bluesschema met septimeakkoorden

 

 Wat zijn susakkoorden?

Je zult ongetwijfeld ook vaak suspended-akkoorden (sus akkoorden) tegenkomen. Bij deze akkoorden wordt de terts vervangen door de secunde, de tweede noot uit de toonladder, of de kwart, de vierde noot. Zodoende ontstaat er een open klank met ook een spanning tussen de seconde en grondtoon of tussen de kwart en de kwint. Hierdoor wordt het akkoord ook vaak ingezet om daarna weer op te lossen. Hieronder de meest voorkomende sus-akkoorden in de eerste postitie. 

Sus-akkoorden diagrammen

 

De barré-akkoorden

Op een gitaar kun je alle akkoorden doorschuiven naar een plek hoger op de hals. Zodoende kun je hetzelfde vormpje eigenlijk alle toonsoorten pakken. Als je bijvoorbeeld een C akkoord twee fretten opschuift dus naar de derde, vierde en vijfde fret dan krijg je een D-akkoord. Echter moeten wel alle noten meeschuiven en niet alleen de noten die ontstaan door de ingedrukte snaren.

Ook de open snaren zullen nu hoger op de hals moeten worden ingedrukt en dan zul je merken dan je vingers te kort gaat komen. Daar komt dus de barré om de hoek kijken. Met een platte vinger kun je immers meerdere snaren tegelijk indrukken. Ook een capo wordt gebruikt om dit op te lossen. Met een capo maak je eigenlijk de gitaar iets korter. Dan kun je weer gewoon de open akkoorden spelen maar dan in een andere toonsoort.

barre akkoord op gitaar

Een barréakkoord kost een stuk meer kracht dan een open akkoord. Ook dit zul je dus weer veel moeten oefenen. Verwacht niet dat het meteen de eerste keer lukt. Controleer de snaren één voor één of ze allemaal klinken dan weet je dat je het akkoord helemaal goed indrukt.

x

 

E en A

De meest voorkomende barré-akkoorden zijn de akkoorden die gebaseerd zijn op het A en E akkoord. En ook die mineurvarianten Am en Em. Omdat je de wijsvinger gaat gebruiken voor de barré ben je nu genoodzaakt om de vingerzetting te veranderen. Inplaats van je wijs-, middel- en ringvinger gebruik je nu middel-, ringvinger en je pink. Hieronder zie je de akkoorddiagrammen.

het A vormpje kun je ook met een barré van je ringvinger pakken omdat het waarschijnlijk erg proppen wordt met drie vingers in één fret, daar waar de fretten steeds dichter op elkaar zitten, hoger op de hals. Je moet dan wel zien te voorkomen dat je ook de dunne e-snaar indrukt. Het beste kun je deze dan met dezelfde vinger afdempen door hem wel zacht aan te raken maar niet in te drukken. Of je moet zo lenig zijn dat je de e-snaar vrij krijgt zodat deze weer ingedrukt wordt door je wijsvinger.

Barre akkoorden voor gitaar

 

Posities 

Om te weten op welke fret je een barré akkoord moet pakken voor een bepaald akkoord moet je ten eerste weten waar de grondtoon van het akkoord zit. Dit is vrij eenvoudig: bij het E-akkoord zit deze op de E-snaar en bij het A-akkoord vind je hem op de A-snaar. 

Waar alle noten op de E- en A-snaar zitten is een kwestie van uit je hoofd leren en de logica begrijpen. 

Er zijn twaalf noten. De ‘normale’ noten zoals de witte toetsen op de piano en de verhogingen/verlagingen zoals de zwarte toetsen op die piano. De normale noten zijn:

 C - D - E - F - G - A - B

 De verhogingen aangegeven met een # (kruis) en verlagingen aangegeven met een b (mol) zijn eigenlijk dezelfde tonen maar hebben soms een andere functie. Zo klinkt een C# (spreek uit C#) hetzelfde als een Db (spreek uit Db).Een C# is de zwarte toets rechts van de witte C toets op de piano, maar dat is ook de zwarte toets links van de witte D-toets en kan dus ook een Dd zijn. 

 Zodoende ontstaat er chromatisch (alle halve noten) dus:

 C - C# - D - D# - E - F - F# - G - G# - A - A# - B 

 of:

 C - Dd - D - Eb - E - F - Gb - G - Ab - A - Bb - B

 Je ziet dat er op twee plekken geen ‘zwarte toets’ is. Tussen de  E en F en tussen de B en C. Op de gitaar zijn de fretten allemaal hetzelfde dus helaas niet herkenbaar aan een zwarte toets. Je zult dus uit je hoofd moeten leren waar ze zitten. Gebruik bij het leren van de noten ook de positiestippen op de hals. Deze dienen als oriëntatiepunten. Zo kun je met leren en logisch nadenken al sneller zien waar welke noten zich bevinden. Als je bijvoorbeeld weet dat de vijfde fret op de gitaar (met stip) op de E snaar een A is, dan weet je ook meteen dat de fret daarvoor (de vierde) een Ab is. Hieronder zie je alle noten van de E en A snaar op de gitaarhals:

Noten op de gitaarhals van de e- en a-snaren

Je kunt nu dus al akkoorden op verschillende manieren spelen. Zo kan je bijvoorbeeld D als open akkoord pakken, maar ook als E vormpje met barré op de tiende fret. Welk akkoord je kiest hangt af van smaak omdat elke ligging zo zijn eigen klankkleur heeft, maar om van praktische redenen. Het is namelijk handig om de akkoorden dicht bij elkaar te zoeken zodat je het makkelijkste en het snelste kunt overpakken. Ook klinken de akkoorden die je dicht bij elkaar pakt ook vaak ‘logischer’ en passen zodoende beter bij elkaar qua klankkleur. 

Tip: Als een E barré akkoord nog erg moeilijk gaat kun je ook kiezen voor de variant met een kleine barré over de onderste twee of drie snaren:

Kleine barré

 

Barré septime-akoorden

Als je de E- en A-grepen en de mineurvarianten daarvan onder de knie hebt kun je er ook makkelijk de septimeakkoorden van maken die je geleerd hebt. Je hoeft er meestal alleen maar een vinger voor op te tillen! Zie hieronder de barré varianten:

 Septime barreakkoorden

Tip: oefen de barré akkoorden eerst iets hoger op de hals. Omdat de fretten daar dichter op elkaar zitten hoef je minder ver te spreiden met je vingers. Ook pak je het akkoord iets dichter bij je lichaam zodat je makkelijker je hand recht kunt houden. Als het daar goed lukt kun je het akkoord steeds iets lager op de hals proberen. 

 

Barré-akkoorden schuiven

Nu gaan we oefenen om een akkoordenschema te spelen met alleen een E-vormpje. We gaan dus het akkoord doorschuiven over de gitaarhals. Dit doe je door geen druk meer te zetten maar wel de vingers op de snaren te houden terwijl je van de ene naar de andere positie glijdt. Ook dit is aan het begin nog best wel lastig maar je zult zien dat dit uiteindelijk juist een makkelijke en snelle manier is. Je gebruikt de snaren eigenlijk als een soort rails om langs te glijden terwijl je vingers keurig in positie blijven. 

 

Powerchords

Zoals de naam al doet vermoeden worden powerchords vaak ingezet bij harde muziek. Als je met veel distortion of overdrive speelt op een elektrische gitaar kan de tekst van het akkoord en dan met name de grote terts, als vervelend worden ervaren. In dat geval wordt er gekozen voor het spelen van power-akkoorden. Deze akkoorden bestaan maar uit 2 noten: de grondtoon en de kwint. De bekendste greep is die van de bovenkant van het E- of A-barré-akkoord. Eigenlijk hoef je alleen maar de bovenste twee snaren te spelen, dus de E- en A-snaar bij het E-vormpje en de A- en D-snaar bij het A-vormpje. vaak wordt ook de derde snaar nog toegevoegd, dit is dan dus een dubbele grondtoon maar dus geen extra noot. 

powerchord gitaar 

Andere toevoegingen

 

Als bonus nog wat andere toevoegingen die je zoal kunt tegenkomen:

Gitaarakkoorden met toevoegingen

 

 

Zo nu ben je echt goed op weg in de wereld van de gitaarakkoorden. De meeste basis akkoorden ken je nu en ook weet je goed hoe je weer nieuwe akkoorden kunt leren aan de hand van akkoorddiagrammen. Probeer te experimenteren door akkoordschema’s te spelen met open akkoorden en barré-akkoorden en een mix van deze twee.

Probeer de juiste akkoorden in te zetten voor de juiste stukken aan de hand van klankkleur en probeer alle akkoorden zo soepen en snel mogelijk over te pakken. Mocht je toch nog vragen hebben of vastlopen dan kan je natuurlijk altijd eens een paar muzieklessen nemen. Ook onze medewerkers staan altijd klaar om je vragen te beantwoorden in de winkel!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Laat een reactie achter (alle velden verplicht)

Reacties worden handmatig goedgekeurd, voordat deze zichtbaar worden.

Zoeken

z